Vendelen

Op het terrein zijn wedstrijdveldjes uitgezet waarop de vendeliers hun vaardigheden laten zien.
Er zijn wedstrijden voor zowel groepen als individuelen in verschillende moeilijkheidsgraden. De prestaties van de deelnemers worden beoordeeld door deskundige juryleden. Degene (of groep) met de meeste punten wint de wedstrijd.
Dit is een sport waarbij behendigheid en lenigheid centraal staan. De sierlijkheid heeft echter de overhand in de bewegingen; de figuren vloeien als het ware in elkaar over. Het vendelen beeldt een ‘gebed tussen goed en kwaad’ uit. De figuren worden zowel linksom als rechtsom uitgevoerd.
Trommen

Op het terrein zijn wedstrijdveldjes uitgezet waarop de tamboers hun vaardigheden laten zien en horen. Er zijn wedstrijden voor zowel groepen als individuelen in verschillende moeilijkheidsgraden. De prestaties van de deelnemers worden beoordeeld door deskundige juryleden. Degene (of groep) met de meeste punten wint de wedstrijd.
In de optocht loopt de tamboer achter de ruiter en voor het vaandel. De tamboers geven het tempo aan bij optochten, voor het vendelen en bij het bazuinblazen. Het gangbare tempo is 90 slagen per minuut. De trommen roeren zich, houden de groep bijeen en verkondigen blijheid en droefenis. De gildetrom is hoog en bespannen met kalfs- of geitenvel. De spanning wordt geregeld met zigzag koorden en schuifleertjes.
Bazuinblazen

Op het terrein zijn wedstrijdveldjes uitgezet waarop de bazuinblazers hun vaardigheden laten zien en horen. Er zijn wedstrijden voor zowel groepen als individuelen in verschillende moeilijkheidsgraden. De prestaties van de deelnemers worden beoordeeld door deskundige juryleden. Degene (of groep) met de meeste punten wint de wedstrijd.
Met ‘tromgeroffel en ‘bazuingeschal’ kondigt een gildestoet zich van verre aan. Deze discipline wordt (nog) niet door ons gilde beoefend. Bazuinblazen is een hele kunst. Met lipspanning moeten de vier of vijf toonhoogten geproduceerd worden. Het instrument kent geen ventielen of kleppen. Het vergt veel oefening, maar geeft, als de eerste moeilijkheden overwonnen zijn, veel voldoening.
Geweerschieten

De wedstrijden voor het geweer worden op schietbomen van minimaal 15,75 m hoog geschoten. Elke boom is voor de veiligheid voorzien van een kogelvanger. Het schietterrein is afgezet. Alleen de schutters die aan de wedstrijden deelnemen mogen onder de schietbomen komen. Het publiek kan de wedstrijden vanaf een kleine afstand -achter de dranghekken- volgen. Er wordt geschoten met enkelschots geweren, zowel klein kaliber .22 (6mm) als groot kaliber, (Brabants, 11mm). De geweren worden opgelegd op een steun of in een affuit zodat men zeker in de kogelvanger schiet.
Brabants wipschieten
Het schieten op de wip is een typische Brabantse vorm van wedstrijdschieten. Er wordt geschoten op een metalen buis van ongeveer 25 mm doorsnee waarop een metalen plaatje ligt, de wip. Die wip varieert in hoogte van ongeveer 10 tot 5 mm. Elke schutter moet in drie schoten drie keer de wip eraf schieten om door te kunnen gaan naar de volgende ronde. Degenen die een of meerdere missers hebben gaan dus niet mee naar de volgende ronde. Elke ronde wordt de moeilijkheidsgraad opgevoerd door de schutters op een kleinere wip te laten schieten. Uiteindelijk levert dat aan het einde van de wedstrijd een winnaar op. Het wipschieten vindt plaats zowel individueel als met viertallen of korpsen (ook vier personen).
Handboogschieten

Bij het handboogschieten schieten ze op een baan van 25 meter, met ‘gewone’ handbogen. Het schieten met zogenaamde compound bogen is niet toegestaan. Ook optische hulpmiddelen zoals kijkers mogen niet worden gebruikt. Er is een baan van 25 meter uitgezet en de doelen, zogenaamde blazoenen, zijn bevestigd op strobalen. Degene die de meeste punten schiet, wint de wedstrijd.
Koning- en Keizerschieten

De Koningen en Keizers schieten op een houten vogel. Koningen en Keizers schieten elk een aparte wedstrijd. De Koning of Keizer die het laatste stukje van de vogel eraf schiet, wint die dag de prijs in de vorm van een zilveren schild. De overige schutters schieten op de zogenaamde ‘gaai’, -een houten blok zoals de koningsvogel- en op ‘de wip’.
Kruisboogschieten

Met de kruisboog schieten de gildebroeders- en zusters op schietbomen van zo’n 12 meter hoog. De koningen schieten op een gipsen vogel, de wedstrijdschutters schieten op ‘de wip’. De koning die het laatste stukje van de gipsen vogel eraf schiet wint die dag de prijs in de vorm van een zilveren schild.
Wipschieten
De wedstrijdschutters schieten met de kruisboog op ‘de wip’. De wip is een metalen plaatje op het uiteinde van de schietboom. Degene die tijdens de wedstrijd de minste missers heeft is de winnaar. Als dat nodig is kan er tijdens de wedstrijd worden overgeschakeld op het schieten op een kleinere wip om de wedstrijd te bespoedigen. Het kruisboogschieten gebeurt zowel individueel als met viertallen of korpsen (ook vier personen)
Standaardrijden

De standaardrijder voert de standaard van het gilde. Dit is een voorrecht. Hij rijdt voor het gilde uit. In een zigzaggende kronkellijn maakt hij baan voor het vaandel en het gilde rond de koning. Tijdens wedstrijden loopt hij een dressuurparcours. Een zeer moeilijke discipline aangezien de ruiter slechts één hand heeft om het paard te kunnen ‘sturen’.
Op het feestterrein wordt een ring uitgezet waarop de standaardruiters hun rijkunsten individueel kunnen tonen. De oefening die zij rijden wordt beoordeeld door een deskundige jury. Degene met de meeste punten wint die dag de wedstrijd.
Vaak wordt er tegenwoordig – na die dressuurwedstrijd – een wedstrijd ‘ringsteken’ gehouden. De ruiters moeten -in draf- met een lans door een kleine metalen ring aan een paal steken. Degene die dat de meeste keren lukt wint die wedstrijd. Met name het ringsteken met de vaak fraai uitgedoste paarden is een mooi gezicht
Tentoonstelling

De tentoonstelling is een vast onderdeel van een Kringgildedag. Deze dag is een aparte tent ingericht voor het tentoonstellen van de historische gildeattributen. Daar zie je een mooie collectie vlaggen en vaandels bij elkaar. Bijzonder gildezilver, eeuwenoude koningsschilden- en mantels, oude akten en foto’s, wapens en andere gildeattributen kun je daarvan heel dichtbij bekijken. Op de verschillende stands wordt er door vertegenwoordigers van de betreffende gilden tekst en uitleg gegeven over hetgeen tentoongesteld is. Ook hier beoordeelt een jury de diverse stands. En zijn er voor de mooiste presentaties prijzen beschikbaar. Als je meer van de geschiedenis van de gilden wilt weten is een bezoek aan de tentoonstelling zeker aan te raden.
De massale opmars
Na de optocht komen de gilden aan op het feestterrein en stellen zij zich op voor de massale opmars op een groot veld voor het, al dan niet op de tribune zittende, publiek. Dit is verreweg het meest spectaculaire element van een Kringgildedag. Voordat de opmars begint hernieuwt de vaandrig van het organiserende gilde de zogenaamde ‘eed van trouw aan het wereldlijk gezag’. De vertegenwoordiger van dat gezag is de burgemeester of diens plaatsvervanger. Als teken van trouw zwaait de vaandrig het hoofdvaandel drie keer boven het hoofd van de burgemeester.
Presentatie standaardruiters
Na het hernieuwen van de eed van trouw presenteren de standaardruiters zich aan het publiek op hun versierde paarden Zij rijden in een zogenaamde ‘slangenvolte’ over het terrein waarna zij dat verlaten.
Vervolgens wordt het signaal gegeven voor de massale opmars. Tamboers, bazuinblazers, vaandrigs, koningen en zilverdragers, vendeliers en de gildebroeders en -zusters vormen een indrukwekkende stoet die in één linie naar de hoofdtribune optrekt. Een spectaculair gezicht.
Toespraken, vendelhulde en afmars
De hoofdman van het organiserende gilde, de voorzitter van de Bond van Schuttersgilden Kring Kempenland en de burgemeester van de gastgemeente spreken een kort welkomstwoord uit. Na de toespraken volgt een massale vendelhulde die door alle aanwezige vendeliers wordt gebracht. Tijdens die vendelhulde wordt symbolisch de strijd tussen het goed en het kwaad uitgebeeld. Elke slag heeft een betekenis en wordt zowel rechts- als linksom gedraaid.
Daarna wordt de massale afmars gehouden waarbij de gilden terugkeren naar hun startplaats en kunnen de wedstrijden beginnen.

Optocht
Alle gilden nemen deel aan de korte optocht door het dorp. Tijdens de optocht proberen ze zich zo indrukwekkend mogelijk te presenteren. Als je goed naar de hoofdvaandels van de gilden kijkt, zie je daarop de patroonheilige afgebeeld en vaak ook het jaar van oprichting. De meeste gilden zijn al honderden jaren oud! Langs de route staan juryleden die de presentaties – beoordelen. Vaak is er ook een publieksjury waarbij juryformulieren aan de toeschouwers worden uitgereikt. De gilden met de meeste punten winnen een prijs voor de optocht. Er zijn verschillende categorieën afhankelijk van de grootte van de gilden, dus ook de kleine gilden maken altijd kans op een prijs in de optocht.
Eucharistieviering
Elke Kringgildedag begint met een Heilige Mis. Vaak staat deze in het teken van het thema van die dag en wordt deze mede opgedragen aan de patroonheiligen: in ons geval Sint Jan Baptist. Een afvaardiging van de ruim 52 gilden van Kring Kempenland en de overige genodigden gaan in optocht van het feestterrein naar de locatie waar deze dienst gehouden wordt. Na afloop van de mis legt de vaandrig van het organiserende gilde de zogenaamde eed van trouw af aan het kerkelijk gezag. De vertegenwoordiger van dat gezag is de pastoor of (indien aanwezig) de bisschop of diens plaatsvervanger. Als teken van trouw zwaait de vaandrig het hoofdvaandel drie keer boven het hoofd van de pastoor. De vendeliers brengen vervolgens een vendelhulde.
Erewijn
Het gemeentebestuur van het organiserende gilde biedt de gasten de zogenaamde “erewijn” aan. Daarbij wordt een toast uitgebracht op het welslagen van de dag en worden over en weer dankwoorden uitgesproken. Het Kringbestuur biedt tijdens deze bijeenkomst het organiserend gilde een herinneringsschild aan.